Op 1 mei 2019 trad het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (verder : WVV) in werking. Vanaf dat moment kan u enkel nog een nieuwe BV (vergelijkbaar met de gekende BVBA) oprichten, en geen BVBA meer. Voor de bestaande BVBA’s veranderde er echter niet meteen veel op 1 mei.
Bestaande BVBA’s blijven verder bestaan, zonder grote wijzigingen, en dienen uiterlijk op 31/12/2023 hun statuten aan te passen aan het nieuwe WVV.
Vanaf 1 januari 2020 treden echter de dwingende bepalingen van het WVV in werking.
Een belangrijke dwingende bepaling is dat eenzelfde natuurlijk persoon niet als bestuurder (nieuwe term voor de vroegere zaakvoerders) én als vaste vertegenwoordiger van andere vennootschap mag optreden in een vennootschap.
Als een bestuursmandaat wordt opgenomen door een rechtspersoon dan heeft u uiteindelijk toch een natuurlijk persoon nodig die als bestuurder zal optreden.
Het WVV bepaalt nu uitdrukkelijk dat:
1. een vaste vertegenwoordiger altijd een natuurlijk persoon moet zijn;
2. de regels inzake belangenconflicten voor zaakvoerders en leden van het bestuursorgaan ook van toepassing zijn op de vaste vertegenwoordiger;
3. een natuurlijk persoon niet tegelijk bestuurder kan zijn en vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon met een bestuurdersmandaat.
Als u bestuurder bent in een vennootschap die haar statuten niet tijdig aanpast, dan loopt u de kans om aansprakelijk gesteld te worden voor schade. Wat de bepalingen inzake de vaste vertegenwoordigers betreft, wordt algemeen aangenomen dat beslissingen door een raad van bestuur die niet geldig is samengesteld, zelf ook niet rechtsgeldig zijn.