De geplande fiscale hervorming roept veel vragen en onzekerheden op bij ondernemers. Daarom lichten wij graag de verwachte wijzigingen toe.
Het is echter belangrijk te benadrukken dat het hier om verwachte wetswijzigingen gaat, die nog niet officieel zijn omgezet in fiscale wetgeving. Op dit moment blijft de huidige fiscale wetgeving van kracht.
Hieronder zetten wij de belangrijkste verwachte wijzigingen op een rij.
Zodra deze daadwerkelijk worden ingevoerd of er meer duidelijkheid komt, houden wij u op de hoogte.
1. Minimumbezoldiging voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting
Een van de voorwaarden voor het toepassen van het verlaagde tarief binnen de vennootschapsbelasting is een minimumbezoldiging van ten minste €45.000 per boekjaar voor ten minste één bedrijfsleider (of een bedrag gelijk aan de belastbare basis van dat boekjaar indien deze lager is dan €45.000).
Er wordt verwacht dat deze grens wordt verhoogd naar €50.000 en nadien jaarlijks wordt geïndexeerd. Bovendien mag maximaal 20% van deze bezoldiging bestaan uit een Voordeel Alle Aard (VAA) om in aanmerking te komen voor het verlaagde tarief.
2. Meerwaardebelasting
Er wordt een meerwaardebelasting van 10% verwacht op de gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, waaronder onder andere ook cryptovaluta.
Voor de kleinere belegger zou een vrijstellingsdrempel van €10.000 gelden. Historische meerwaarden worden naar verwachting buiten beschouwing gelaten. Bij invoering van deze maatregel is het daarom essentieel om de waarde van uw financiële activa te documenteren om latere discussies met de fiscus te vermijden.
Wat betreft minderwaarden: Deze zouden slechts binnen het jaar aftrekbaar zijn, zonder overdrachtsmogelijkheid naar latere jaren.
3. DBI-aftrek
De verwachte aanpassing van de DBI-aftrek houdt in dat deze een volwaardige vrijstelling wordt door verhoging van de begintoestand van de reserve.
Voor DBI-beveks wordt verwacht dat slechts een solidariteitsbijdrage van 5% op de meerwaarde zal gelden. Daarnaast zal de roerende voorheffing enkel terugvorderbaar zijn indien de bezoldiging van de bedrijfsleider minimaal €50.000 bedraagt (zie punt 1).
4. Harmonisatie liquidatiereserve en VVPR-bis-dividenden
Men streeft naar een harmonisatie tussen de liquidatiereserve en VVPR-bis-dividenden door de wachttijd van de liquidatiereserve te verkorten van vijf naar drie jaar. Het tarief voor uitkering na deze drie jaar zou stijgen van 5% naar 6,5% om ook qua tarief verder te harmoniseren.
Deze regeling zou gelden voor liquidatiereserves aangelegd vanaf 1 januari 2026. Voor vervroegde uitkeringen blijft een roerende voorheffing van 30% van toepassing
5. Verhoging waarde maaltijdcheques
De maximale waarde van een maaltijdcheque bedraagt momenteel €8 per stuk. Er wordt verwacht dat deze in twee stappen wordt verhoogd, eerst naar €10 en later naar €12 per stuk.
Belangrijk is dat de aftrekbaarheid voor de werkgever evenredig zou worden verhoogd.
6. Sloop en heropbouw: 6% btw
Het tijdelijke btw-tarief van 6% voor sloop en heropbouw van woningen loopt tot 30 juni 2025 voor vergunningen aangevraagd vóór 1 juli 2023.
Om onzekerheid binnen de bouwsector weg te nemen, wordt verwacht dat dit tarief structureel wordt ingevoerd om de vastgoed- en bouwsector te ondersteunen.
7. Autofiscaliteit
Momenteel geldt een uitdoofregeling voor de fiscale voordelen van hybride wagens. Aangezien de markt nog niet volledig klaar lijkt voor deze snelle overgang, wordt verwacht dat de uitdoofregeling wordt verlengd.
Let op: deze wetgeving is nog niet van kracht. Voor de aankoop van een nieuwe wagen blijft de huidige regeling van toepassing.
8. Verwachte wijzigingen in de personenbelasting
Ook op het vlak van personenbelasting worden enkele ingrijpende wijzigingen verwacht:
8.1 Schrapping federale woonfiscaliteit
Indien u momenteel geniet van intrestaftrek op een tweede woning, dan wordt verwacht dat deze aftrek wordt geschrapt.
Dit zou ook gelden voor lopende leningen en niet alleen voor nieuwe leningen.
8.2 Verhoging belastingvrije som
Er wordt een verhoging van de belastingvrije som verwacht, al is de exacte hoogte hiervan nog niet bekend.
8.3 Plafond voor belastingvrije som voor kinderen ten laste
Voor elk kind zou dezelfde verhoging van de belastingvrije som gelden, ongeacht of het bijvoorbeeld het eerste of derde kind betreft.
Daarnaast wordt een maximumplafond ingevoerd op de totale belastingvrije som voor kinderen ten laste. De toeslag voor fiscaal alleenstaanden zou verdwijnen, enkel werkelijk alleenstaanden blijven recht hebben op een toeslag.
8.4 Studenteninkomen
Het maximumbedrag dat studenten mogen bijverdienen om fiscaal ten laste van hun ouders te blijven, wordt naar verwachting verdubbeld van €6.000 naar €12.000 per jaar.
8.5 Afschaffing verhoging wegens onvoldoende voorafbetaling voor eenmanszaken
Vanaf inkomstenjaar 2026 zouden eenmanszaken niet langer worden bestraft met een verhoging wegens onvoldoende voorafbetalingen.
Toch blijft het raadzaam om voorafbetalingen te doen, om een betere spreiding van belastingverplichtingen te realiseren.
8.6 Verdere verwachte wijzigingen
- – Geleidelijke halvering van het huwelijksquotiënt tegen 2029.
- – Aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen zou dalen van 80% naar 50%, en enkel betaalde onderhoudsgelden binnen de EER zouden nog in aanmerking komen.
- – Aftrekbaarheid van giften zou verlaagd worden van 45% naar 30%.
- – …
Conclusie
De verwachte fiscale hervormingen brengen tal van veranderingen met zich mee voor zowel ondernemers als particulieren. Wij volgen deze ontwikkelingen nauwlettend op en houden u op de hoogte zodra er meer duidelijkheid is.
Heeft u vragen over de mogelijke impact op uw situatie? Neem gerust contact met ons op.